- Veel jongvolwassenen van tussen de 25 en 35 jaar oud willen graag eerder stoppen met werken.
- Tegelijk is de interesse voor pensioen bij deze groep relatief laag.
- Wie vroeg met pensioen wil, heeft er wel voordeel bij om vroeg te beginnen met het opbouwen van vermogen voor de oude dag.
- Lees ook: Superspaarders gebruiken een eenvoudige aanpak om meer dan de helft van hun salaris opzij te zetten en financieel onafhankelijk te worden
Jongvolwassenen houden zich niet erg bezig met pensioen, maar een flink deel wil wel graag stoppen met werken als ze begin zestig zijn. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van de Pensioenfederatie, onder ruim duizend Nederlanders van 25 tot en met 35 jaar.
Liefst 86 procent van de ondervraagde jongvolwassenen is nauwelijks bezig met pensioen. Tegelijk geeft opvallend genoeg 40 procent van de ondervraagden aan voor hun 62e te willen stoppen met werken.
Ruim een derde van de late twintigers en jonge dertigers verwacht niet dat de AOW-uitkering en het werkgeverspensioen genoeg zijn om later van rond te komen. Ruim vier op de vijf jongvolwassenen geeft aan zelf geld te sparen, mede als aanvullend inkomen voor pensioen. Daarnaast belegt 31 procent zelf in aandelen.
Tegelijk geeft de meerderheid van de jongvolwassenen aan niet of slechts in enige mate bezig te zijn met pensioen. Daarvoor wordt hoofdzakelijk aangegeven dat de focus op de financiële situatie in de nabije toekomst ligt en dat de pensioenleeftijd nog ver weg is.
Eerder met pensioen: dit moet je opbouwen
Een bekende regel bij beleggen is dat het bij een langere tijdshorizon mogelijk is om tegen een lagere inleg en met minder risico vermogen op te bouwen. Vroeg beginnen loont dus doorgaans. In die zin is het zeker zo dat als je eerder wilt stoppen met werken, het belangrijk is om vroeg te beginnen met het opbouwen van extra vermogen.
Wie bijvoorbeeld op 62-jarige leeftijd wil stoppen met werken, heeft momenteel nog 5 jaar te gaan tot de AOW-leeftijd en voor huidige twintigers komt daar met de stijging van de pensioenleeftijd waarschijnlijk nog 1 of 2 jaar bij. In die overbruggingsperiode moet je dus alternatief inkomen hebben.
Daarnaast geldt dat als je eerder stopt met werken en pensioen krijgt via een werkgever, de uiteindelijke uitkering van het werkgeverspensioen ook lager zal zijn. Als je bijvoorbeeld vijf of zes jaar minder premie betaalt voor een pensioenregeling, omdat je al gestopt bent met werken, bouw je in die periode ook minder pensioen op.
Dit zijn dus allemaal zaken waar je lang van tevoren op moet inspelen, wil je vervroegd met pensioen kunnen.
Eerder liet Business Insider Nederland in een voorbeeld zien dat als je over 30 jaar bijvoorbeeld jezelf netto 1.500 euro per maand wilt kunnen uitkeren, een vermogen nodig is van 900.000 euro. Hierbij is het uitgangspunt dat je het vermogen intact laat en jaarlijks 2 procent uitkeert als inkomen.